1. Wat is uw beste herinnering uit de onderduiktijd en wat uw slechtste (afgezien van de ingevangenneming)?
Antwoord Miep Gies: "De beste herinnering was die van D-day; de morgen dat ik het nieuws van de invasie bracht. De dag dat duizenden hun leven gaven om ons weer vrijheid te geven. De vreugde van de onderduikers kan niet worden beschreven. Veel tranen en gelach!
Het moeilijkste moment was op de dag dat ik naar het Achterhuis ging en de kamer binnenging waar Anne in haar dagboek zat te schrijven. Uit de manier waarop ze opkeek maakte ik op dat ze zich betrapt voelde. Haar moeder kwam de kamer binnen, begreep de gespannen situatie en probeerde die op te lossen door te zeggen: ‘Ja, Miep, zoals je weet hebben we een dochter die schrijft’ (als of ik dat niet wist, ze vroeg mij steeds om papier!), waarop Anne kwaad opstond, haar dagboek dicht sloeg en bitste: ‘en over jou schrijf ik ook’! Net voor ze weg liep kon ik nog zeggen: ‘O, dat zal wel wat moois worden’. Ik moest wel een tijdje bijkomen van dit incident. Één ding was duidelijk; Anne eiste dat haar privacy gerespecteerd werd."
Klikt u hier om een videofragment te bekijken waarin Miep Gies vertelt over de keer dat ze Anne 'betrapte' tijdens het schrijven.
2. Dacht u er ooit aan dat de onderduikers ontdekt zouden worden?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, in de eerste plaats stond de werkdruk niet toe dat we erover piekerden en aan de andere kant hadden we het gevoel het goede te doen. Dat mag niet realistisch klinken maar het gevoel van onaantastbaarheid overheerste toch wel enigszins."
3. Was het moeilijk om in de behoeften van iedereen te voorzien?
Antwoord van Miep Gies: "Nou, in de eerste plaats waren de wensen van de bewoners van het Achterhuis bescheiden, maar zo nu en dan konden hun wensen niet vervuld worden als gevolg van de toenemende schaarste aan artikelen gedurende de oorlog. Het niet in staat zijn soms de meest eenvoudige producten te kunnen leveren, maakte het voor de helpers wel moeilijk."
4. Was het het waard om je leven te wagen om joden te helpen?
Antwoord van Miep Gies: "Dat dacht ik wel. Denk aan Anne Frank. Omdat ze hulp kreeg bleef ze nog twee jaar in leven, jaren waarin ze haar dagboek schreef dat hoop en inspiratie voor miljoenen mensen betekende. Als ik denk aan de 750.000, door de Nazi’s vermoorde joodse kinderen, dan kan ik mij niet aan de gedachte onttrekken dat er onder hen mensen kunnen zijn geweest die misschien geneesmiddelen tegen kanker en aids hadden ontdekt."
5. Hoe gedroegen de nazi’s zich, waren ze vriendelijk of lomp?
Antwoord van Miep Gies: "Ten eerste waren ze bedrieglijk. Zo zeiden ze tegen de joden: ‘Jullie zullen het niet leuk vinden wat we met jullie gaan doen. Fietsen moeten jullie inleveren, parken en stranden mogen jullie niet bezoeken, het openbaar vervoer is voor jullie verboden, boodschappen doen alleen tussen 3 en 5 uur, een bioscoop of restaurant mag niet bezocht worden, maar als jullie doen wat we zeggen dan beloven wij dat families bij elkaar mogen blijven' …… en inderdaad, dat mocht tot aan de gaskamers!!"
6. Was Anne tijdens de onderduikperiode vaak bang of verdrietig?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, meestal was ze opgewekt en optimistisch. Ook in het dagboek komt die positieve houding naar voren. Tegelijk maakte ze een bedachtzame indruk, niet een ongeruste maar een verwonderde indruk."
7. Heeft u ooit een vernietigingskamp bezocht?
Antwoord Miep Gies: "Ja, en dat was zeer emotioneel."
8. Heeft u ooit met Anne apart over de oorlog gesproken?
Antwoord van Miep Gies: "Anne was het meest geïnteresseerd in wat er in Amsterdam op straat gebeurde en hoe het met haar vriendinnen ging. Ik vertelde voorzichtig wat ik wist waarbij ik probeerde geen nieuws te brengen waarvan ze van streek zou kunnen raken. Maar Anne had een zeer vasthoudende manier van vragen stellen en uiteindelijk vertelde ik toch alles en dat lees je ook in het dagboek terug."
9. Waarom heeft u uw leven gewaagd door de families te helpen?
Antwoord van Miep Gies: "Voor het beantwoorden hiervan moet ik zeggen dat mijn persoonlijke geschiedenis een rol speelde. Mijn geboorteland Oostenrijk nam deel aan een oorlog die duurde van 1914 tot 1919 en verloor daarin veel van wat het ooit bezat. Voedsel was schaars en ik kreeg, met 11 jaar, tuberculose. Mijn ouders konden mij niet genoeg onderhouden en toen zich de mogelijkheid voordeed om mij tijdelijk naar Nederland te sturen om aan te sterken, gaven ze mij hiervoor op.
Ik kan mij herinneren dat ik zo nu en dan huilend in een trein zat met een koordje om mijn nek waaraan een kaartje hing met mijn naam: Hermine Santruschitz. Na een treinreis van 1.100 km kwam ik in Nederland aan en werd opgenomen in een familie die een vreemde taal spraken. Ze hadden al 5 kinderen en leefden van een bescheiden salaris. Toch deelde ze alles met mij en zonden mij naar een goede school. Nu kon ik iets terug doen door andere mensen te helpen! Het leek mij dat als ik nu niet hielp ik daar wroeging over zou krijgen. Ik hoop dat iedereen mijn handelen begrijpt en het navolgt."
10. Wisten alleen u en meneer Kugler van de onderduikers af?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, ook meneer Kleiman, mijn collega Elly en mijn man Jan die als gemeenteambtenaar voor bonkaarten kon zorgen wisten ervan."
11. Hoe was het leven in die tijd? We hebben de verhalen vanuit de joodse invalshoek maar hoe was het voor niet-joodse mensen?
Antwoord van Miep Gies: "Daar kun je een boek overschrijven en dat heb ik, samen met Alison Gold, onder de titel ‘Herinneringen aan Anne Frank’, dan ook gedaan."
Gegevens boek:
'Herinneringen aan Anne Frank. Het verhaal van Miep Gies, de steun en toeverlaat van de familie Frank in het Achterhuis.' van Miep Gies met Alison Leslie Gold (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1991). Begin 2009 wordt een vernieuwde heruitgave van het boek verwacht.
12. Bent u ooit naar de Verenigde Staten geweest?
(Het boek van Miep Gies 'Herinneringen aan Anne Frank' werd eerst in het Engels in Amerika gepubliceerd. Veel van de brievenschrijvers zijn dan ook uit Verenigde Staten afkomstig.)
Antwoord van Miep Gies: "Ja, vaak zelfs. Tussen 1989 en 1996 heb ik een aantal keren gesproken bij de opening van de tentoonstelling ‘Anne Frank in de wereld 1929-1945’. Verder stond ik met de BBC producer Jon Blair op het podium van het Chandler Paviljoen in Los Angeles om een Oscar te krijgen voor de BBC documentaire ‘Anne Frank Remembered’."
13. Bent u nog steeds getrouwd en waar woont u nu?
Antwoorde van Miep Gies: "In 1993, op de leeftijd van 87 jaar, overleed mijn dierbare echtgenoot Jan. Het mag misschien verrassend klinken dat ik, 99 jaar oud en geestelijk en lichamelijk nog in redelijk goede gezondheid, met wat noodzakelijke huishoudelijke hulp en assistentie bij het verwerken van de correspondentie, nog zelfstandig in mijn 3-kamer appartement woon. Ik volg het nieuws nog op TV en in de krant en word regelmatig bezocht door mijn zoon Paul en zijn vrouw Lucie die vlak bij wonen. Ook de drie kleinkinderen komen zo nu en dan langs. Ik voel mij bevoorrecht!"
14. Heeft u nog vrienden uit de Holocausttijd die nog in leven zijn?
Antwoord van Miep Gies: "De onderduikers en de helpers zijn allemaal overleden."
15. Wat was het moeilijkste aan deze hele geschiedenis?
Antwoord van Miep Gies: "Dat we er niet voor konden zorgen dat de kinderen meer vrije speelruimte hadden, vrienden konden ontmoeten, op het strand konden zijn of in een bos konden lopen. Hun lot om in angst en onzekerheid te moeten wonen en leven was hartverscheurend."
16. Heeft u tijdens de oorlog ook andere mensen geholpen?
Antwoord Miep Gies: "Ja, wij hadden in onze woning een onderduiker die door de Duitse autoriteiten gezocht werd."
17. Bent u later naar het Achterhuis teruggegaan en heeft u dodenkampen bezocht?
Antwoord Miep Gies: "Ja, hoewel het zien van deze plaatsen mij erg emotioneel maakte."
Klikt u hier om een videofragment te bekijken waarin Miep Gies in het Achterhuis herinneringen ophaalt.
18. Hoe was het om Anne en haar familie gekend te hebben?
Antwoord Miep Gies: "Het was als het gevoel dat je hebt als je onder echte vrienden bent. Ik kende de familie Frank en de andere onderduikers al jaren en hieruit had zich een diepgaande vriendschap ontwikkeld. De onderduikjaren waren een voortzetting van een al bestaande vertrouwensband."
19. Wist u dat Anne tijdens de onderduikperiode een dagboek bijhield?
Antwoord Miep Gies: "Ja, want ze vroeg steeds om papier."
20. Denkt u dat Anne en Peter later zouden zijn getrouwd?
Antwoord Miep Gies: "Nee,na een korte verliefdheid realiseerde Anne zich de verschillen tussen haar en Peter. In haar dagboek vertelt ze ons over haar veranderende gevoelens."
21. Waarom bent u niet naar uw echte familie in Oostenrijk teruggegaan?
Antwoord Miep Gies: "Dat gebeurde niet met opzet. De situatie kwam langzaam tot stand. In het begin liet mijn gezondheid nog te wensen over en was de situatie in Oostenrijk nog niet stabiel. Mijn moeder vond het dus beter mijn verblijf in Nederland te verlengen. Ik wende aan de Nederlanders en de school waarop ik zat. Ook had ik hier vrienden. Kortom, ik zou eerst afstuderen zodat ik in aanmerking voor een baan zou komen. Het ging allemaal heel geleidelijk waarbij ook het vroege overlijden van mijn ouders en mijn enige zuster meespeelde."
22. Was Margot altijd de rustigste van de twee zusjes?
Antwoord Miep Gies: "Ja, het was een bijzonder plezierig en geduldig meisje en tegelijk een briljante leerling met een goed sociaal gevoel. Ze wilde dokter of verpleegster worden."
23. Hoe vond u uw trouwdag?
Antwoord Miep Gies: "Het was een geweldige dag. Ik trouwde met Jan vrij laat, op mijn 32ste maar wel met de man van mijn keuze. We waren zo’n 50 jaar gelukkig."
24. Was Anne een bijzonder kind?
Antwoord Miep Gies: "Anne was pas 4 jaar toen ik haar leerde kennen. Ze was zo nieuwsgierig dat het beantwoorden van haar vragen erg vermoeiend werd. Met haar vriendinnen bezocht ze het kantoor waar ik als Otto Franks secretaresse werkte. Ze speelden met de telefoontoestellen en gooiden water vanaf de bovenste verdieping naar mensen op straat tot dat ik daar een einde aan maakte. Eerlijk gezegd vond ik haar nogal luidruchtig. Dat veranderde toen ze, op 13-jarige leeftijd, onderdook. Ze ontwikkelde een sterke interesse in het gedrag van mensen. Hoewel ze graag het woord voerde hield ze zich stil als iemand anders sprak waarbij ze de spreker observeerde. Daarom kon ze de onderduikers ook zo goed beschrijven. Eerst wilde ik het dagboek niet lezen omdat ik niet nog meer pijn wilde voelen. Toen ik, op aandrang van Otto, tenslotte het dagboek toch begon te lezen kon ik niet meer stoppen! Anne bracht mijn vrienden weer tot leven. Ik hoorde hun stemmen, hun gelach en hun discussies weer. Hoewel ik vaak moest huilen bleef ik maar denken: Anne, je hebt mij één van de mooiste geschenken gegeven die ik ooit heb gehad."
25. Waren de onderduikers aardige mensen?
Antwoord Miep Gies: "Ja, dat waren ze. Hun gelach, hun humor, hun dankbaarheid, hun tranen, zelfs hun meningsverschillen, het was zo menselijk, vermakelijk en onderhoudend, ik mis ze nog steeds zo."
26. Wat heeft u, behalve Anne’s dagboek, nog meer uit het achterhuis meegenomen?
Antwoord Miep Gies: "Ik nam haar kapmanteltje mee en de poederdoos van haar moeder. Jan heeft de boeken van de bibliotheek meegenomen."
27. Hield Margot ook een dagboek bij?
Antwoord Miep Gies: "Het vermoeden is van wel hoewel we daar nooit een bewijs van hebben gevonden. Ook Otto kon dit niet bevestigen."
28. Wat voor mensen waren de andere onderduikers?
Antwoord Miep Gies: "Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het boek dat ik samen met Alison Gold heb geschreven getiteld ‘Herinneringen aan Anne Frank’."
Gegevens boek:
'Herinneringen aan Anne Frank. Het verhaal van Miep Gies, de steun en toeverlaat van de familie Frank in het Achterhuis.' van Miep Gies met Alison Leslie Gold (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1991). Begin 2009 wordt een vernieuwde heruitgave van het boek verwacht.
Klikt u hier om enkele citaten van Miep Gies over de onderduikers te lezen.
29. Wat was het moeilijkste aan het geheim houden van de onderduik?
Antwoord Miep Gies: "Erg moeilijk was het om je familie niets te kunnen zeggen, zelfs de steun van je ouders kon je niet vragen. Elk risico dat het geheim zou kunnen uitlekken moest vermeden worden."
30. Was het moeilijk om sigaretten en andere zaken te krijgen?
Antwoord Miep Gies: "Voor alles moest je bonnen hebben. Één bon gaf het recht op een kleine hoeveelheid. Joden kregen, nadat ze voor een ‘werkkamp’ waren opgeroepen, geen bonnen meer. Ik zou dus gedwongen zijn geweest om naar de zwarte markt te gaan maar aangezien mijn man Jan bij de gemeente werkte kon hij via-via aan bonnen komen zodat ik groenten, brood, aardappelen, wat boter, vlees, kleding en sigaretten kon kopen. Net genoeg om in een redelijke conditie te blijven!"
31. Hoe oud was u toen het allemaal begon?
Antwoord Miep Gies: "In 1942, twee jaar nadat Hitler Nederland had bezet en de familie Frank onderdook, was ik 33 jaar."
32. Bleef Otto na de oorlog aan het werk op zijn kantoor?
Antwoord Miep Gies: "Ja, tussen 1945 en 1951 bleef hij op kantoor. In dat laatste jaar verhuisde Otto naar Zwitserland waar hij nog familie had. De heer Kleiman (Koophuis in het dagboek) zette de zaken voort tot zijn overlijden in 1980."
33. Leeft Otto Frank nog?
Antwoord Miep Gies: "Nee, hij overleed in 1980, 91 jaar oud."
34. Had u een hechte band met Anne?
Antwoord Miep Gies: "Dat dacht ik totdat ik haar dagboek las. Tot mijn teleurstelling en die van Otto bleek dat ze haar diepere gedachten helemaal niet met ons gedeeld had. Otto nam aan dat dit was omdat wij haar als een kind beschouwden. Ze zou dus bang zijn geweest dat we haar ideeën niet geaccepteerd zouden hebben. En dus hield ze die vóór zich. Daarom vertelde Otto aan ouders die hem schreven om zich tot het uiterste in te spannen om de gedachten die er in hun kinderen omging, te begrijpen omdat anders ‘jullie kind misschien wel net zo eenzaam wordt als mijn dochter Anne’."
35. Waarom speelde Otto Frank nooit in een film?
Antwoord Miep Gies: "Otto was geen acteur. Hij werkte alleen mee aan documentaires en interviews."
36. Welke film of welk toneelstuk benadert de werkelijkheid het meest?
Antwoord van Miep Gies: "Eigenlijk geen van allen. Toneelschrijvers en filmproducenten voegen altijd wat toe of veranderen iets om voor hun product het copyright te verkrijgen. Het toneelstuk en de film zijn op zich goed maar het stelen van brood door de heer Pfeffer (van Dussel in het dagboek) en de suggestie dat de onderduikers op het moment van de inval door de politie alleen waren, is volstrekte fantasie. Wij, de helpers, waren allemaal op kantoor toen het pand werd overvallen."
37. U bracht voedsel en spelletjes naar het Achterhuis. Functioneerde de buitenwereld nog normaal toen u dit deed?
Antwoord van Miep Gies: "De niet-joden konden nog steeds naar hun werk gaan, boodschappen doen, naar school gaan. Echt normaal was het niet. De mensen hadden meestal geen auto meer. Voedsel werd steeds schaarser en er was regelmatig luchtalarm. Dan moest je naar één van de openbare schuilplaatsen hollen die verspreid over de stad waren gebouwd. De geallieerden bombardeerden de stad Amsterdam niet afgezien van een paar fabrieken en militaire doelen. De Duitsers schoten als gekken op de geallieerde vliegtuigen en raakten nogal eens een toestel dat dan op ons neer kon komen met als voorbeeld het nieuwe gebouw tegenover de munttoren bij de bloemenmarkt dat is gebouwd op de plek waar een geallieerd toestel neerstortte."
38. Behandelen mensen u anders nu u beroemd bent?
Antwoord van Miep Gies: "Niet de mensen die ik ken maar het gewone publiek is nieuwsgierig en dat is niet altijd prettig. Ik mijd deze mensen evenals de media."
39. Was het uw idee om het Dagboek te publiceren?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, dat was helemaal Otto Frank’s initiatief."
40. Van wie kwam het idee van het geheime achterhuis?
Antwoord van Miep Gies: "Dat idee kwam van Otto Frank."
41. Hoe was het om zo lang in de nabijheid van Anne te zijn.
Antwoord van Miep Gies: "Anne’s aanwezigheid in die 2 jaren was een enorme stimulans voor de helpers. Haar opgewektheid en dankbaarheid maakte voor ons elke dag de moeite waard ons in te zetten. Zij verlichtte onze opdracht."
42. Hoe reageerde u toen alleen Otto Frank terugkwam?
Antwoord van Miep Gies: "Ik was natuurlijk ontzettend geschokt, ik kon niet geloven dat Margot en Anne, die op het moment van hun arrestatie sterk en gezond waren en die dat volgens overlevenden toen ze een maand later kamp Westerbork verlieten nog steeds waren, binnen 6 maanden tot menselijk wrakken werden en tenslotte stierven."
43. Wat zou er zijn gebeurd als ze geen hulp bij het onderduiken hadden gehad?
Antwoord Miep Gies: "Dan zouden ze zonder verder uitstel direct naar de kampen zijn gestuurd en had Anne nooit haar inspirerende dagboek kunnen schrijven waar zoveel mensen hoop uit hebben geput."
44. Heeft u nog steeds Anne’s manuscript?
Antwoord Miep Gies: "Nee, ik heb het aan Otto gegeven toen duidelijk was geworden dat zijn dochters niet terug zouden komen. Zelf liet hij het na zijn dood na aan het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie."
45. Hoe denkt u over het Duitse volk?
Antwoord van Miep Gies: "Dat hangt er van af. Ik haat de wrede Duitsers maar de vele anderen die er niet bij betrokken waren respecteer ik. Ik kijk altijd naar het individu voor ik beslis omdat ieder mens zijn eigen beslissingen neemt. Ik ben een geboren Oostenrijkse en veel van mijn landgenoten waren meedogenloze nazi’s. Het was een Oostenrijker die mijn dierbare vrienden arresteerde. Daar leer je van om niet een hele natie te veroordelen."
46. Was het moeilijk om zowel voor de onderduikers als voor uzelf voor voedsel te zorgen?
Antwoord van Miep Gies: "Mijn verantwoordelijkheid was het om, naast mijn kantoorwerkzaamheden, 11 mensen van voedsel te voorzien; 8 onderduikers in het Achterhuis, 1 student (Kuno van der Horst die geweigerd had de studenten loyaliteitsverklaring te tekenen en werd gezocht door de Duitsers en die bij mij en Jan ondergedoken zat) en tenslotte voor Jan en mijzelf. Het meeste voedsel kon ik met bonnen kopen die Jan illegaal via het gemeentehuis waar hij werkte kon krijgen. Het werd langzamerhand steeds moeilijker om winkels te vinden die voldoende artikelen in voorraad hadden. Dus verliet ik elke dag met boodschappentassen mijn huis om bij de eerste winkel waar mensen in de rij stonden mij aan te sluiten los van datgene wat ze verkochten want ook kleding, schoeisel, rookwaren etc., alles was op de bon. Mijn volgende probleem was dat ik voor mijn vrienden niet alles in één winkel kon kopen want dat was verdacht. Ik kon ook niet meer dat 1 tas naar kantoor brengen (waar de onderduikers zaten) zonder dat andere werknemers vragen zouden stellen. Alleen de 2 directeuren en Elly, mijn collega, wisten van de onderduikplaats in het gebouw dat aan ons kantoor vastzat. Ik was dus een behoorlijke tijd bezig om van winkel naar winkel en daarna naar kantoor te lopen. Het voedsel dat je tijdens de oorlog kon krijgen was eenvoudig: aardappelen, brood, groenten, boter, vlees, kaas, suiker en jam maar alles in hele kleine hoeveelheden. Tegen het einde van de oorlog werd de situatie precair. Geen elektriciteit, water 1 uur per dag, geen brandstof, geen vet, suiker, vlees of boter meer."
47. Hoe is het om de enige te zijn die nog leeft?
Antwoord van Miep Gies: "Het is pijnlijk om de enige overlevende te zijn van de 8 onderduikers en de 5 helpers. Ik mis ze erg omdat ik geen herinneringen kan ophalen en van hun vriendschap genieten."
48. Miep, hoe gaat het met u?
Antwoord van Miep Gies: "Nou, het klinkt misschien verrassend maar ik kan, 99 jaar oud en mentaal en fysiek nog in een redelijke staat, mijzelf met wat hulp nog goed redden. Mijn zoon Paul en zijn vrouw Lucie komen regelmatig langs en ook mijn 3 kleinkinderen komen zo nu en dan op bezoek. Ik voel mij bevoorrecht!"
49. Konden de buren de geluiden en gesprekken niet horen?
Antwoord van Miep Gies: "Ik werkte op het kantoor vlak bij het achterhuis maar heb nooit iets gehoord. Natuurlijk hadden de onderduikers hun conflicten maar iedereen begreep dat ook hun twistgesprekken op een zachte toon gevoerd moesten worden."
50. Hoe was het om onder de omstandigheden van de Tweede Wereldoorlog te leven?
Antwoord van Miep Gies: "Soms beangstigend vanwege de duizenden bommenwerpers die op weg naar Duitsland waren en die door de Duitsers heftig werden beschoten. Er werden er regelmatig geraakt en die konden op ons vallen. Daar kwam bij dat niet iedereen vertrouwd kon worden. Sommigen werkten met de Duitsers samen voor geld of ander diensten. Je kon gearresteerd worden en zonder reden doodgeschoten worden. Ook de schaarste aan voedsel nam schrikbarend toe. De winter 1944/1945 met zijn tekorten aan alles staat bekend als de Hongerwinter. Duizenden mensen stierven onder erbarmelijke omstandigheden en dan met name in het westen van Nederland dat toen nog in Duitse handen was."
51. Is er een gebeurtenis die u nooit zult vergeten?
Antwoord van Miep Gies: "Uiteraard is dat de hartverscheurende arrestatie van de onderduikers op een dag (begin augustus 1944) dat zowel bij de onderduikers als de helpers het gevoel leefde dat de bevrijding gehaald zou worden. Enkele weken daarvoor was door de helpers de mogelijkheid besproken de onderduikers elders onder te brengen vanwege het toenemende gevaar van ontdekking (recente inbraak etc.). De uitkomst was dat het onmogelijk was acht onderduikers hetzij overdag, hetzij in de avond, over straat te vervoeren. De hoop was dat de bevrijding spoedig zou komen en dus was de klap, toen de arrestatie plaatsvond, enorm.
52. Is bekend waar Anne en de andere slachtoffers zijn begraven?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, dat weten we niet. Hun lichamen zijn in massagraven verdwenen"
53. Heeft er zich ooit een moment voorgedaan waarop u wilde opgeven?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, nooit!"
54. Wat was Margot voor iemand?
Antwoord van Miep Gies: "Zij was een zeer sympathiek persoon, zeer attent, altijd vriendelijk, beleefd, zeer goed op de hoogte en rustig."
Klik hier om een korte beschrijving van Margot Frank door Miep Gies elders op deze website te lezen.
55. Gaf Otto ooit wel eens zijn mening over het Dagboek?
Antwoord van Miep Gies: "Ja, doorlopend. Hij uitte zijn bewondering voor datgene wat Anne had geschreven. Hij wees op stukjes die ik zou moeten lezen vanwege Anne’s intelligente observaties."
56. Op welke wijze heeft deze ervaring uw leven beïnvloed?
Antwoord van Miep Gies: "Ik ben tot de droevige conclusie gekomen dat onschuldige mensen het slachtoffer van wrede onrechtvaardigheid kunnen worden. Dit beheerst mijn denken."
57. Had de familie Frank toch naar Zwitserland kunnen gaan?
Antwoord van Miep Gies: "Dat was wel veel beter geweest maar de Duitsers stonden dat niet toe."
58. Is het waar dat een inbreker hen heeft verraden?
Antwoord van Miep Gies: "Er is tot dusver geen enkel bewijs dat deze begrijpelijke angst van de onderduikers ooit heeft plaatsgevonden. Wel is het zo dat een toenemend aantal mensen het vermoeden kreeg dat zich op nr. 263 menselijke activiteit afspeelde."
Klikt u hier om elders op de site meer te lezen over het verraad.
59. Heeft u toen het Dagboek gelezen?
Antwoord van Miep Gies: "Nadat ik het had gevonden heb ik het niet gelezen omdat ik vond dat dit tot de privacy van Anne behoorde. Nadat het gepubliceerd was, weigerde ik aanvankelijk om het te lezen; ik wilde niet weer de pijn voelen. Toen ik uiteindelijk toegaf aan Otto’s wens om het te lezen kon ik niet meer stoppen! Anne liet mijn vrienden weer tot leven komen. Ik hoorde opnieuw hun stemmen, gelach en hun ruzies."
60. Wist uw familie dat u mensen verborg en waren zij het daarmee eens?
Antwoord van Miep Gies: "Ik heb het niemand verteld. Ook aan mijn pleegouders niet uit angst dat zij het risico te groot vonden en er tegen zouden zijn."
61. Hoe werden de teenagers bezig gehouden en hoe bleven ze stil?
Antwoord van Miep Gies: "Uit Anne’s dagboek kun je lezen dat ze heel goed begreep dat er overdag geen geluid gemaakt mocht worden. Verder studeerden ze via schriftelijke correspondentie. Elly, mijn collega, deed zich als de student voor en verstuurde de post van de kinderen. Ook hadden ze de boeken die mijn man Jan elke week voor hen meebracht van de openbare bibliotheek."
62. Heeft u, behalve de student Kuno, nog meer mensen verborgen?
Antwoord van Miep Gies: "Ja, maar dat deed ik niet zelf. Mijn man, Jan Gies, was sinds de zomer van 1941 lid van een verzetsgroep van ambtenaren in Amsterdam en één van zijn taken was het om mensen die, om welke reden dan ook, voor de Duitsers moesten onderduiken aan goede onderduikplaatsen te helpen zowel in Amsterdam als daarbuiten."
63. Was u opgelucht na de arrestatie van de onderduikers?
Antwoord van Miep Gies: "Deze vraag was een schok voor mij. Al was het tien keer zoveel wat ik ook voor hen moest doen, ik had het met liefde gedaan als het de onderduikers gered had."
64. Wat gebeurde er met het afval van de onderduikers?
Antwoord van Miep Gies: "Wat ze zelf niet in hun kachel konden verbranden namen we mee naar huis."
65. Gingen Anne en Peter naar buiten?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, natuurlijk niet. Ze ontmoetten elkaar op de zolder totdat Otto het verbood. Op het moment dat de politie inval kwam was Otto Peter aan het helpen met zijn Engelse les."
66. Heeft u ooit na de arrestatie gezocht naar kostbaarheden?
Antwoord van Miep Gies: "Dat idee is nooit bij mij opgekomen."
67. Wat vond uw man van de hulp die u anderen bood?
Antwoord van Miep Gies: "Hij steunde mij volkomen en verrichtte veel verzetswerk. Hij zorgde er bijvoorbeeld voor dat ik voldoende bonnen kreeg en ik niet naar de zwarte markt hoefde te gaan."
68. Was Otto Frank in de Eerste Wereldoorlog officier in het Duitse leger?
Antwoord van Miep Gies: "Ja, eerste aan het Russische front en later aan het Franse."
69. Hoe gingen de Nazi’s met de niet-Joden om?
Antwoord van Miep Gies: "In het begin waren ze niet onvriendelijk maar dat veranderde vrij snel. Eerst probeerden ze op vrijwillige basis Nederlanders te vragen om in Duitsland te komen werken (Duitse mannen waren in toenemende mate nodig aan de fronten). Toen dat te weinig opbracht begonnen de Duitsers gewoon mensen van de straat te plukken (deze razzia’s waren gelijk aan die tegen de Joden alleen gingen die naar de concentratie- en vernietigingskampen), hen per trein naar Duitsland te sturen en hen daar dwangarbeid te laten verrichten."
70. Hoe kwamen de mensen aan nieuws over de oorlog?
Antwoord van Miep Gies: "Ten eerste uit de kranten die de Duitsers toelieten en gecensureerd waren en ten tweede door de langzaam in toenemende mate circulerende illegale bladen. Ten derde via de uitzendingen van de B.B.C. die ook speciale uitzendingen in het Nederlands hadden. Van de Duitsers moesten alle radiotoestellen worden ingeleverd maar veel mensen hielden er één verstopt in hun huis."
71. Ondersteunde uw echtgenoot u?
Antwoord van Miep Gies: "Jazeker en hoe! Hij werkte bij de Gemeente en zorgde voor bonnen, nodig om eten en andere benodigdheden te kunnen kopen. Ook zorgde hij voor boeken uit de bibliotheek die de onderduikers wilden hebben."
73. Is de persoon die bij u ondergedoken zat, gearresteerd?
Antwoord van Miep Gies: "Nee, hij heeft het gehaald! Na de oorlog is hij naar de Verenigde Staten gegaan."
74. Waren er spanningen onder de onderduikers?
Antwoord van Miep Gies: "Uit het Dagboek weten we dat dit het geval was al lieten ze dat aan mij niet merken. Otto zal ze zeker verteld hebben zich te beheersen omdat de helpers het ook moeilijk hadden."
72. Wat vindt u van de huidige wereld in vergelijking met de vooroorlogse?
Antwoord van Miep Gies: "Één ding is vooruitgegaan. We beschikken over meer informatie en er is meer internationale samenwerking. Daarentegen overheersen oorlogen en menselijke ellende nog altijd."
75. Heeft u ooit naar Wenen terug willen gaan?
Antwoord van Miep Gies: "Ik ben in de dertiger jaren twee maal teruggeweest maar ik wilde er niet meer wonen; de sfeer beviel mij ook niet."
76. Heeft de Nederlandse regering zich tegen de nazi’s verzet?
Antwoord van Miep Gies: "Na een korte en ongelijke oorlog gingen onze koningin en haar ministers naar Londen in ballingschap en probeerden ze vanuit daar zo goed en zo kwaad als het ging verzet te organiseren. Er was later in de oorlog ook een Nederlands detachement dat mee vocht tegen de Duitsers."
77. Stelde u samen met Otto ‘Het Dagboek van Anne Frank’ samen?
Antwoord van Miep Gies: "Ik kon, samen met Elly (Bep) het manuscript redden en heb het aan Otto gegeven toen duidelijk werd dat Anne niet terug zou komen. Otto deed al het overige werk."
78. Was het moeilijk om naar de onderduikplaats te gaan?
Antwoord van Miep Gies: "Het was mentaal niet eenvoudig om naar mensen te gaan die in angst leven en naar vrijheid verlangen."
79. Welke talen spreekt u?
Antwoord van Miep Gies: "Ik spreek Nederlands, Duits en wat Engels."
80. Is iemand van de helpers of iemand van Anne’s vriendinnen nog in leven?
Antwoord van Miep Gies: "Van de helpers ben ik de enige, maar haar vriendinnen Hanneli, Jopie en Laureen leven nog."
81. Waar ging u op school en voor hoelang?
Antwoord van Miep Gies: "Ik ben vijf jaar naar de lagere school in Wenen geweest, daarna één jaar lagere school in Nederland en vier jaar voortgezet onderwijs + een diploma."
82. Hoeveel brieven krijgt u?
Antwoord van Miep Gies: "Elk jaar ongeveer 650 van individuele mensen en 30 scholen met gemiddeld 35 brieven."
83. Bent u ooit in een concentratiekamp geweest?
Antwoord van Miep Gies: "Ja, na de oorlog."
84. Vond u lezen en schrijven leuk toen u klein was?
Antwoord van Miep Gies: "Lezen vond ik wel leuk maar schrijven niet zo."
85. Hebben Anne en Peter elkaar werkelijk gekust?
Antwoord van Miep Gies: "Ik heb het niet gezien maar ik neem het wel aan."
86. Wanneer heeft u Anne voor het laatst gezien?
Antwoord van Miep Gies: "Op de morgen dat ze werd gearresteerd, 4 augustus 1944, heb ik Anne voor het laatst gezien. Ik kwam de onderduikplek binnen om het lijstje met boodschappen op te stellen en hoorde Anne’s spontane: ‘Hallo, Miep, is er nog nieuws?’ "
87. Werden alle taken soms teveel?
Antwoord van Miep Gies: "Het was een reusachtig goed ding dat we in feite met vijf helpers waren; de twee directeuren, mijn collega Elly (Bep), mijn man Jan en ik zelf."
88. Bent u als kind ooit gediscrimineerd?
Antwoord van Miep Gies: "Ik kwam in Nederland als een elf jaar oud Oostenrijks, Duits sprekend meisje dat geen woord Nederlands verstond. Ik trok dus veel bekijks en nieuwsgierigheid maar niets meer dan dat."
89. Wat zou de straf zijn geweest voor het verbergen van Joden?
Antwoord Miep Gies: "Dat zou zes maanden concentratiekamp zijn geweest."
90. Was er iemand achterdochtig?
Antwoord van Miep Gies: "Ja, de magazijnchef. Hij probeerde er achter te komen of er na sluitingstijd mensen in het gebouw waren maar er is geen bewijs dat hij degene is die de onderduikers verraden heeft."
91. Hoe vond de politie de onderduikplaats?
Antwoord van Miep Gies: "Door verraad maar wie het was en hoeveel mensen er verder bij betrokken waren is niet opgehelderd. Er zijn diverse theorieën." (zie het hoofdstuk Het Verraad elders op deze site)
92. Heeft u ooit nog iets gehoord van Anne na haar arrestatie?
Antwoord van Miep Gies: "Degene die met Anne gesproken heeft in Bergen-Belsen, waar ze is gestorven, is Hannah Goslar die in Jerusalem woont. Zij heeft mij het gesprek verteld dat ze met Anne heeft gevoerd die toen al erg ziek was."
93. Ondanks alle inzet werd Anne toch opgepakt. Heeft het allemaal wel zin gehad?
Antwoord van Miep Gies:"Inderdaad, tot mijn grote en eeuwige spijt hebben we Anne niet kunnen redden maar de helpers waren in staat haar leven met twee jaar te verlengen en in die periode heeft ze haar dagboek kunnen schrijven met haar boodschap van tolerantie en begrip."
94. Hoe wist u de onderduikers een gevoel van veiligheid te geven en hoe kwamen hun persoonlijkheden op u over?
Antwoord van Miep Gies: "Daar kun je een boek over schrijven en dat heb ik, samen met de auteur Alison Gold, geschreven onder de titel: Herinneringen aan Anne Frank."
Gegevens boek: 'Herinneringen aan Anne Frank. Het verhaal van Miep Gies, de steun en toeverlaat van de familie Frank in het Achterhuis.' van Miep Gies met Alison Leslie Gold (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1991)
95. Wat was uw betrokkenheid met Anne’s dagboek?
Antwoord van Miep Gies: "Ik wist dat ze een dagboek bijhield en dat vond ik onder die verschrikkelijke omstandigheden al een prestatie. Het gaf mij al voldoening dat ik ervoor kon zorgen dat ze papier kreeg. Samen met mijn collega Bep (Elly) Voskuijl hadden we het geluk haar dagboek en de losse vellen op de vloer te zien liggen. Verder kon ik alleen haar kapmanteltje en de poederdoos van haar moeder vinden. Bep en ik besloten dat ik haar dagboek en losse bladen bij mij zou houden tot dat ze terugkwam en ik stopte het ongelezen in mijn bureau lade. De dag van haar terugkomst zou helaas nooit komen en toen Otto Frank van het Rode Kruis het bericht ontving dat Anne en Margot niet zouden terugkomen heb ik hem het dagboek gegeven met de woorden: 'Dit is de erfenis van je dochter Anne'. Daar hield mijn betrokkenheid mee op. Het was Otto Frank zelf die zich met alle andere zaken zoals het redigeren van haar teksten, het vinden van een uitgever etc. bezig hield. Het manuscript schonk hij aan het NIOD en de copyrights gingen over naar de Anne Frank Foundation in Basel onder de leiding van Buddy Elias, Anne’s neef."
96. Wat weet u van de vijf ontbrekende pagina’s?
Antwoord van Miep Gies: "In 1998 kwam Cor Suijk, in het verleden verbonden aan Het Anne Frank Huis en al meer dan 15 jaar met Otto Frank bevriend, met een vijftal pagina’s uit het Dagboek boven water. Otto Frank wilde niet dat de pagina’s gepubliceerd zouden worden zolang hij of zijn tweede vrouw Fritzi in leven zouden zijn. Op de bladen heeft Anne begrip voor de bitterheid van haar moeder omdat, volgens Anne, Otto zijn eerste liefde nooit helemaal kon vergeten. Zijn huwelijk ging toen niet door omdat de ouders van het meisje zijn familie te arm vonden. De Staat heeft de pagina’s aangekocht. Ik kan mij niet voorstellen dat er nog meer pagina’s boven water zullen komen."
97. Ik bewonder uw dapperheid en moed. Ik zou het waarschijnlijk niet gedaan hebben.
Antwoord van Miep Gies: "Ik ben bang dat als mensen vinden dat ik een zeer bijzonder iemand ben, een soort heldin, zij er misschien aan twijfelen of zij hetzelfde zouden doen als wat ik destijds heb gedaan. Niet veel mensen beschouwen zich zelf als zeer moedig en ze zouden dan dus afzien van het helpen van mensen die in gevaar zijn. Daarom zou ik tegen iedereen willen zeggen dat ik een heel gewone en voorzichtige vrouw ben en zeker geen genie of waaghals. Ik heb geholpen evenals zo veel anderen die net zo veel of zelfs meer risico liepen dan ik. Het was nodig en dus hielp ik."
98. Advies van Miep Gies:
"Het is altijd beter iets te proberen dan helemaal niets te doen. Probeer je niets dan gaat het zeker fout."
99. Advies van Miep Gies:
"Scheer niet iedereen over één kam. Iedereen is een individu en neemt zijn eigen beslissingen. Ook in mijn eigen familie lijkt niet iedereen op mij."
100. Advies van Miep Gies:
"Het helpen van mensen die in gevaar zijn is geen zaak van moed maar van een keuze die elk mens in zijn leven wel eens moet maken als onderscheid tussen het goede en het kwade."