Anne Frank (1942)Op het bericht van Miep dat de woning van de familie Van Pels was leeggehaald lijkt Anne nogal luchtig te reageren, maar ander slecht nieuws maakt haar van streek. Op donderdag 29 oktober wijdde Anne Frank een paar zinnen in haar dagboek aan het leeghalen door de Duitsers van de woning van het gezin Van Pels:
"Vanmorgen vertelde Miep dat de woning van Van Daan [Van Pels] op de Zuider-Amstellaan ontmeubeld is. We hebben het mevrouw nog niet verteld, ze is toch al zo 'nervenachtik' de laatste tijd en we hebben geen zin nog een jeremiade over haar mooie servies en fijne stoeltjes, die thuisgebleven zijn, te horen. We hebben ook haast alles wat mooi was in de steek moeten laten, wat helpt nu nog dat geklaag?"
Drie weken eerder, op vrijdag 9 oktober 1942, schreef ze:
"Niets dan nare en neerdrukkende berichten heb ik vandaag te vertellen. Onze vele joodse kennissen worden bij groepjes opgepakt. De Gestapo gaat met deze mensen allerminst zachtzinnig om, ze worden gewoon in veewagens naar Westerbork, het grote jodenkamp in Drenthe, gebracht. Miep heeft over iemand verteld die uit Westerbork gevlucht is. Westerbork moet vreselijk zijn. De mensen krijgen haast niets te eten laat staan drinken. Er is maar een uur per dag water en een wc en een wastafel voor een paar duizend mensen. Slapen doen ze allemaal door elkaar, mannen, vrouwen en die laatsten en de kinderen krijgen vaak de haren afgeschoren. Vluchten is haast onmogelijk. De mensen zijn gebrandmerkt door hun afgeschoren hoofden en velen ook door hun joodse uiterlijk. (...) Ik ben helemaal van streek. Miep vertelt al deze gruwelverhalen zo aangrijpend en zelf is ze eveneens erg opgewonden."
Geciteerd uit: Het Achterhuis. dagboekbrieven 12 juni 1942 - 1 augustus 1944 > Anne Frank (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2008)