Antwoord van Miep Gies: "Ik wist dat ze een dagboek bijhield en dat vond ik onder die verschrikkelijke omstandigheden al een prestatie. Het gaf mij al voldoening dat ik ervoor kon zorgen dat ze papier kreeg. Samen met mijn collega Bep (Elly) Voskuijl hadden we het geluk haar dagboek en de losse vellen op de vloer te zien liggen. Verder kon ik alleen haar kapmanteltje en de poederdoos van haar moeder vinden. Bep en ik besloten dat ik haar dagboek en losse bladen bij mij zou houden tot dat ze terugkwam en ik stopte het ongelezen in mijn bureau lade. De dag van haar terugkomst zou helaas nooit komen en toen Otto Frank van het Rode Kruis het bericht ontving dat Anne en Margot niet zouden terugkomen heb ik hem het dagboek gegeven met de woorden: 'Dit is de erfenis van je dochter Anne'. Daar hield mijn betrokkenheid mee op. Het was Otto Frank zelf die zich met alle andere zaken zoals het redigeren van haar teksten, het vinden van een uitgever etc. bezig hield. Het manuscript schonk hij aan het NIOD en de copyrights gingen over naar de Anne Frank Foundation in Basel onder de leiding van Buddy Elias, Anne’s neef."